Translate:
NL
Translate:
Inclusief bijdragen van lezers in de vorm van ingezonden artikelen.
Van 10 september 2018
(ingezonden) Net aangekomen in Canada, viel het mij op dat mensen eigenlijk altijd al van een afstandje wisten dat ik een nieuwkomer was. Ik hoefde mijn mond niet eens open te doen. Hoe zagen ze dat?
Was het de lichte aarzeling waarmee ik, misschien een beetje gereserveerd, op al die nieuwe dingen afging? Was het 't feit dat ik vrij lang ben, althans meestal de langste in een groep met Canadezen? Of dat ik mij "anders" kleedde? Het werd inderdaad al snel duidelijk dat ik mijn kleding moest aanpassen om er althans op het eerste gezicht enigszins bij te horen. Immers, dat ik lang ben, daar is niet echt wat aan te doen.
Jaren later is het precies omgekeerd. Nu kan ik vrijwel altijd meteen zien van mensen of ze op bezoek zijn of anderszins nieuw in de streek. Of dat ze hier al heel lang wonen. Een Europeaan op vakantie, die pik je er zo uit. Nette, passende kleding die meestal nieuw is, goed schoeisel en niet te vergeten een ietwat onderzoekende blik. Wat ik trouwens ook opvallend vind van Europeanen, vooral Duitsers, dat ze vaak zachtjes met elkaar praten. Dat is bij velen en zeker bij Canadezen wel anders. Die zijn niet bescheiden, die zijn juist extra luid want ze moeten gehoord worden.
Dus ... aanpassen was mijn motto. Want om altijd meteen gespot te worden, daar gaat de lol snel van af. Kleding moet niet te nieuw en niet te duur zijn, liefst een maatje te groot - of te klein, dat mag ook. Kleuren en stijl hoeven niet te kloppen. Schoenen dienen afgetrapt te zijn. En je houding, ja die moet je ook wel aanpassen om er bij te horen.
Misschien proberen ietsje losser te doen. Niet te recht-op proberen te lopen, het is moeilijk in een paar woorden te omschrijven.
Er bij horen is uiteindelijk best belangrijk, maar het kan je nooit helemaal lukken. Je bent immers echt elders opgegroeid. En eerlijk is eerlijk, hoe je er uit ziet, daar is snel wel wat aan te doen. Maar hoe je klinkt, dat is een ander verhaal. Tot in lengte van dagen zal men wel blijven horen dat je "een accent" hebt. Het vogeltje blijft zingen zoals het gebekt is.
Van 26 september 2018
Een zeer interessante Canadese provincie om met immigratieplannen aan te kloppen is Québec. Dit is één van Canada's grootste provincies wat betreft oppervlakte en aantal bewoners.
We hebben het over een lap grond, ongeveer even groot als Duitsland en Frankrijk tesamen en dat dan twee keer. Hier wonen in totaal slechts 8 miljoen mensen maar dan wel voornamelijk in de zuidelijkere gedeeltes waar de grote steden als Montréal en Ville de Québec (Quebec City) zijn gelegen. Het noordelijke deel van de provincie is rijk aan grondstoffen, wouden, wilde dieren en trouwens ook een flink aantal waterkrachtcentrales die de prinvincie rijk bedienen met spotgoedkope energie.
De provincie wil meer immigranten aantrekken en heeft daartoe enkele interessante aanbiedingen klaarliggen, die vooral van belang zijn voor kandidaten die met wat vermogen over de brug kunnen komen. Ofschoon immigratie een Federale kwestie is, kan de provincie Québec personen voordragen die dan bevoorrecht zijn. Via Québec kan men verhoudingsgewijs snel immigreren en de vereisten liggen wat gemakkelijker. Kijk maar op deze pagina: https://menno.ca/zakelijk.
De steden en dorpen in de provincie zien er vrij Europees uit. Vooral Ville de Québec is een juweeltje maar oud-Montréal is ook prachtig. In deze provincie is de voertaal Frans ofschoon je er als toerist met Engels vaak redelijk goed terecht kunt. Als je er echt bij wilt horen, dan moet je beter Frans leren. Als je er zaken wilt doen, dan is een opfriscursus Frans beslist aan te bevelen. De bewoners zijn veelal trots op hun provincie en hun taal (Fierté Québécoise).
Maar laten we eens beginnen met de naam van deze provincie goed uit te spreken. Zeg nooit Kwie-bek; dat is namelijk hoe veel Engelstalige Canadezen het uitspreken. Het is erg afstandelijk om het zo fout uit te spreken. Door Quebecers zelf worden twee uitspraken gehanteerd. Je hoort wel Kvee-bek of Kee-bek. De laatste is "officieel" de juiste.
Van 1 september 2018
(ingezonden) Toen ik vertrok naar Canada, had ik veel gelezen over Canada. Maar wat je niet in boeken en op websites leest, is het verschil in mentaliteit. En dat is moeilijk in een paar volzinnen te omschrijven.
Op de werkvloer bijvoorbeeld. Het verbaasde me al snel dat mensen telkens weer werden ontslagen, van de ene dag op de andere. Wat hadden ze dan misdaan? Ja, niks bijzonders, bleek dan meestal. Ze pasten niet zo goed in het "team". Hoe erg is het niet om ontslagen te worden, zou je denken? Maar nee hoor, iedereen deed er heel luchtig over. Zelfs de ontslagene. Geen probleem, we zoeken wel wat anders.
Op de woningmarkt dan. Huurders worden er best vaak gewoon uitgekieperd, ook als er niks aan de hand lijkt te zijn. De huisbaas heeft bijvoorbeeld een bevriende huurder gevonden en de oude huurder wordt er pardoes uitgegooid. Die maakt zich er vervolgens weinig zorgen over want iets anders is al weer snel gehuurd.
In relaties ook, zowel persoonlijk als romantisch gezien. Men lijkt gemakkelijk vrienden te maken maar deze ook weer snel en zonder zware redenen te laten vallen. Relaties lijken ook te komen en gaan zonder veel ogenschijnlijke aarzelingen.
Het gemak waarmee mensen het leven van zichzelf of een ander overhoop gooien, dat vind ik opvallend. Hoe laconiek men daar dan op reageert en gewoon een oplossing zoekt én vindt, Ook dat vind ik echt opmerkelijk.
Die mentaliteit van niet-moeilijk-doen en gewoon doorroeien, is dat misschien de Canadese instelling? Die enkele voorbeelden hier, dat kan een veel langere lijst zijn. Je kunt zelf al heel snel aanvullingen aandragen, denk ik.
Van 23 september 2018
We hebben allemaal misschien nogal een lieflijk beeld van de omstandigheden in Canada - vooral hoe het er vroeger aan toeging. Schilderachtige dorpjes en weelderige boerderijen? De realiteit was toch echt iets anders.
Gedurende de eerste winters in Canada, zo luiden de verhalen, was het vaak zo bar dat de helft van de net gearriveerde nieuwkomer-bevolking overleed door kou, gevechten, ondervoeding en allerhande aandoeningen en ziektes die niet bestreden werden. Gelukkig arriveerden er telkens weer nieuwe schepen met hoopvolle immigranten en zo kon de bevolking toch snel groeien.
Al vlug leerde men om te gaan met het klimaat en de overlevingskansen werden wat beter.
Een eeuw geleden was Canada echter nog een behoorlijk ruig land. De omstandigheden waren navenant. Veel mensen woonden in krotten, werkomstandigheden waren abominabel, het rechtssysteem was ouderwets en de doodstraf werd nog gretig toegepast. Mannen mochten vrouwen misbruiken en slaan en kinderen kregen er van iedereen van langs: ouders, leraren en ambtsdragers.
Heel erg was ook het racisme. Inwoners van bepaalde achtergronden mochten alleen maar in bepaalde buurten wonen en naar bepaalde winkels en instellingen gaan. Ze deden enkel een bepaald soort werk. Ze hadden maar beperkte rechten. Ook Indianen werden grof behandeld. De overheid aarzelde niet en stuurde hun kinderen naar speciale heropvoedingsgestichten.
Wat immigratie betreft was Canada heel duidelijk. Blanken waren welkom. Mensen van andere culturen werden vaak botweg teruggestuurd. Of er werd een speciale head tax voor elke "ongewenste" immigrant ingesteld. Ook is het voorgekomen dat hele schepen met vreemdelingen werden tegengehouden. De opvarenden verhongerden dan gewoon. Soms gingen die schepen weer helemaal terug naar de verre oorden waar ze vandaan kwamen.
Met dit soort gruwelijke geschiedenis is Canada toch geweldig opgekrabbeld tot een ware rechtsstaat. De misstanden zijn vrijwel uitgebannen. Gelukkig behoort Canada thans tot een kleine groep landen waar de menswaardigheid centraal staat. Voor iedereen liggen hier dan ook aanzienlijke toekomstmogelijkheden.
Van 6 september 2018
Het huren van een personenauto is heel gewoon in Canada voor bezoekers, zakenlui maar ook voor gebruik af-en-toe van bewoners. Omdat het zo normaal is, zijn de prijzen gunstig.
Toch is het oppassen want er zijn enorme verschillen in de tarieven. Het duurst is het om zonder reservering aan te kloppen aan de balie van een verhuurbedrijf. Voordeliger is het om te reserveren en ook dat kan op verschillende manieren. On-line bijvoorbeeld. Het is slim een vergelijkingssite te gebruiken. De luchtvaartmaatschappijen hebben deze; verschillende reisorganisaties ook. Als je dan ook nog eens een kortingsnummer hebt (een "wizard" of iets dergelijks) of een vaste-klantenkaart, dan krijg je echt enorme kortingen.
Zo kan het gebeuren dat af en toe een auto huren eigenlijk voordeliger is dan een auto te hebben die je zelden gebruikt. Er zijn heel veel verhuurpunten, dus een oplossing is vaak al snel gevonden. Sommige verhuurders brengen de auto zelfs bij je voor de deur, zeker als je al een vaste klant bent.
Je moet oppassen met de verzekering. Verhuurders proberen je altijd een extra verzekering aan te smeren - die soms zo duur is dat het de kosten kan verdubbelen. Vaak heb je die niet nodig want je bent er bijvoorbeeld al voor verzekerd via je credit card of je automobielvereniging. Kijk dat vooraf na en regel het anders vast zelf, wat veel voordeliger is.
Een ander kunstje is om je een grotere wagen aan te proberen smeren. Interessanter is het dan juist om de kleinste (goedkoopste) te reserveren en geen upsell te aanvaarden. Vaak hebben ze die kleinste niet en krijg je dan vanzelf al een grotere auto (zonder bijkomende kosten).
En verder? Alle huurauto's hebben een automaat en de brandstof is goedkoop, overal in Canada. Lever de auto in met de hoeveelheid brandstof die er in zat, anders moet je dat wel duur afrekenen. Voor je gaat rijden, maak je snel wat foto's met je mobieltje rondom de auto zodat niemand ooit kan zeggen dat jij die kras hebt gemaakt. Alles logisch, eenvoudig en voordelig; zo hoort het ook.
Van 20 september 2018
Een payday loan is een soort flitskrediet (minikrediet) dat vooral bedoeld is voor diegenen die "plotseling" krap bij kas zitten. Het is een financieel overbruggingsmiddel tot de volgende "pay day" (loonbetaling).
De payday loan kenmerkt zich door enorm hoge rentebetalingen en bovendien aanzienlijke administratiekosten. Als men eerlijk de totale kosten zou uitdrukken als rentepercentage op jaarbasis, dan loopt het in de honderden procenten. Misschien zelfs wel 600% rente-equivalent op jaarbasis. Dit zou geen weldenkend mens doen, tenzij de nood ontzettend hoog is.
Ga er dus maar van uit dat zulke leninkjes alleen maar geconsumeerd worden door de allerarmsten die op deze manier nog weer een flinke hap uit hun schamele inkomen zien verdwijnen.
Zo'n soort lening lost het echte probleem natuurlijk niet op maar verplaatst het naar de volgende loonbetaling, enzovoort. De meeste gebruikers van het Payday Loan systeem zijn dan ook regelmatig terugkerende klanten.
De kantoren en winkels van deze bedrijven zitten overal, maar uiteraard vooral in de minder luxueuze gedeeltes van de steden. Alles ziet er fris, kleurrijk, schoon en wervend uit - je bent er zogezegd van harte welkom.
Deze woekeraars (want dat zijn het natuurlijk gewoon) zitten er netjes bij en zien er helemaal niet meer uit zoals die griezelige geldhaaien van vroeger. Dat verandert snel als je niet op tijd je leninkje afbetaalt. Veel klanten gaan dan van de ene naar de andere woekeraar om telkens weer de put te dempen. Loopt het echt vast, dan volgt een vrij harde invorderingssystematiek - niet aan te raden.
De Payday Loan bedrijfjes gooien elkaar dood met gladde advertenties op TV, Internet en in tijdschriften - het wordt daarbij voorgesteld dat je haast gratis geld kunt krijgen. Met doortrapte lokkertjes wordt haast gedaan alsof je wel gek bent om zo'n aanbod niet te omarmen. Toch is het wellicht echt beter om kost wat kost te voorkomen met dit soort aanbieders in zee te gaan.
Van 24 september 2018
Gelukkig heeft Canada al decennia lang een redelijk goed functionerend statiegeldsysteem - zodat in ieder geval een groot deel van het leeggoed hergebruikt of althans herverwerkt kan worden.
Het systeem werkt anders dan in de meeste Europese landen. Zoals je al wel verwacht, is het ook in elke provincie weer anders geregeld. Hier en daar kun je je blikjes en flesjes "gewoon" naar de winkelier terugbrengen en die moet er dan, zij het met tegenzin, het statiegeld op vergoeden en vervolgens het leeggoed weer klaarzetten en afgeven aan diens leverancier.
Op veel plekken is men overgegaan op speciale innamecentra. Het is dan nog steeds wel de winkelier die het statiegeld int, als ware het een soort belasting. En dan kun je bij het innamecentrum terecht om de boel weer in te leveren. Vaak houdt het innamecentrum dan een deel van het statiegeld in als verwerkingskosten. Het kan zijn dat je dan slechts de helft terugkrijgt van wat je eigenlijk aan statiegeld had betaald.
De regels zijn overal ietsje anders maar je went er snel aan. In de meeste provincies neemt men ook blikjes in. Zelfs wijnflessen hebben statiegeld. Al met al kun je een paar tientjes terugverdienen als je een auto vol met leeggoed gaat afleveren bij een innamecentrum.
Veel zwervers hebben dit ook ingezien. Omdat sommige mensen hun lege blikjes en flesjes gewoon weggooien, is er altijd wel een hoeveelheid statiegeld te vergaren door de afvaltonnen langs te gaan. Als je een oud winkelwagentje ziet, afgeladen met zakken leeggoed, voortgeduwd door een zwerverstype, dan weet je al wel wat er aan de hand is. Er is iemand een paar Dollartjes bij mekaar aan het scharrelen.
Veel verpakking vallen echter niet onder het statiegeldsysteem. Die worden op veel plaatsen toch ook wel weer apart ingezameld, dus ook dat is vrij positief. Maar er is helaas niets mee te verdienen. Zodoende vergeten velen toch weer om hier enthousiast aan mee te werken. Het spul gaat dan naar de stort.
Van 28 september 2018
(ingezonden) Het kan een ieder overkomen dat je naar de nooddienst moet. Ik vind Canada's medische voorzieningen op zich wel goed, maar toen we bij de "emergency" moesten aankloppen viel het even vies tegen.
Als je beslist een arts nodig hebt in Canada, buiten de vaste uren, dan ga je naar een ziekenhuis, afdeling "emergency". Het hoeft niet echt ernstig te zijn maar wel dringend. Je hebt geen verwijzing nodig, je kunt er zo naar toe. Het kost in beginsel ook niks; zo werkt de "Medicare" nu eenmaal.
We waren geschokt dat bij "ons" ziekenhuis een bordje op de deur hing dat de emergency dit weekend gesloten was vanwege een gebrek aan artsen. We werden doorverwezen naar een ander ziekenhuis, toch al gauw 40km verderop. Die was inderdaad open en dan ook bomvol met al die extra klanten. Iedereen werd in een kleine wachtruimte gedirigeerd om eerst door de triage nurse onderzocht te worden. Bij "triage" worden de patiënten onderverdeeld in mate van urgentie. Ons werd al wel meteen verteld dat het wel wat uurtjes zou duren voordat we aan de beurt waren.
Zo kwamen we terecht in de hoofdwachtzaal - wat ons verblijf zou worden voor de rest van de dag. In deze ruimte zonder vensters bromde de TL-verlichting, snerpte de TV en zoemde de verkoopautomaat (chips en chocoladerepen). Af en toe kwam er een getergde zuster binnen die iemand afriep en meenam. De zaal werd al maar voller, de lucht bedompter en de stemming bedroefder. Sommigen stapten na enkele uren weer op - het wachten zat. Kennelijk was de medische nood toch niet zo hoog, hoopte ik dan.
De wachtruimte is niet erg uitnodigend. De verf bladdert af, de stoelen zijn ongemakkelijk, de betonnen vloer is koud. Een blind paard zou er geen schade kunnen doen. Ook het sfeertje is moeilijk te omschrijven: een soort gelaten afgrijzen.
Maar ... toen we eindelijk aan de beurt waren was alles anders. Haast het tegenovergestelde. Zorgzame en kundige verplegers en ook een bekwame arts die van wanten wist. Er werd niet getreuzeld maar toch alle benodigde tijd voor genomen. De uiteindelijke zorg had, zo geloof ik, niet beter kunnen zijn.
Van 27 september 2018
Je zou misschien denken dat het warmstoken van je huis een enorme kostenpost zal zijn in Canada, maar dat is het dus eigenlijk niet. In de eerste plaats komt dit doordat energie hier gewoon spotgoedkoop is.
Dit komt ook wel omdat huizen best flink geïsoleerd zijn, wat te meer een goed idee is omdat het in een behoorlijk deel van het land echt koud wordt in de winter. In veel appartementengebouwen is verwarming gewoon bij de huurprijs inbegrepen - soms ook zelfs het warme water. Dat is voor de huisbaas wel zo gemakkelijk - en niet te kostbaar; het is ook ideaal voor de huurder, die vaak moeite zou hebben een aansluiting bij een nutsbedrijf te krijgen in verband met "bad credit".
Omdat het stoken zo goedkoop is, wordt er ook niet zo op gelet om zuinig te zijn. Velen stoken het huis onnodig warm en lopen, midden in de winter, met een t-shirtje en op blote voeten rond. In de ontvangstruimte van het huis zie je dan een berg dikke jassen, truien, zware schoenen en wintersokken. Alsmede een plasje smeltwater van de ontdooide sneeuw. Maar dit even terzijde.
Stoken, in Canada, gebeurt veelal op aardgas. Canada heeft er enorme voorraden van. Velen stoken ook op olie, wat dan ietsje duurder is dan gas maar toch handig als het aardgasnet zo ver niet komt. Eigenlijk is olie hier niet duur maar de verwerking en het transport zijn relatief kostbaar.
Veel mensen stoken ook op elektriciteit. Dankzij de waterkrachtdammen is stroom voordelig, al zijn er aanzienlijke verschillen binnen het land. In Quebec en BC zijn er de meeste dammen en is de stroom dan ook het goedkoopst - en zijn er dus ook de meeste verwarmingen op elektriciteit. Daarbij valt op dat de warmtepomp in heel Canada snel aan populariteit wint; het maakt stoken op stroom in ieder geval bijna net zo voordelig als stoken op aardgas. Er zijn trouwens zelfs mensen die hout stoken - en dat is in bosrijke gebieden inderdaad nog weer voordeliger, maar wel een boel gesjouw.
Hoe dan ook, over stookkosten hoef je je in beginsel geen zorgen te maken in Canada. Als je het gebruik meeneemt om de thermostaat een graadje lager te zetten, dan kijken de mensen je zelfs een beetje raar aan. Waarom zou je dat nou toch doen?
Van 29 september 2018
Aan immigranten wordt herhaaldelijk verteld dat ze, na een aantal jaren in Canada gewoond te hebben, zich kunnen opgeven voor de langdurige procedure om ook Canadees te worden.
Veel Canadezen kunnen het gewoonweg niet begrijpen waarom je aarzelt bij het aanvragen van de Canadese nationaliteit. Pas dan, zo zegt men al snel, hoor je er echt bij en geef je aan dat je je helemaal verbonden voelt met Canada. Velen kijken je zelfs een beetje raar aan als je aangeeft redenen te hebben om dat niet te doen.
Bijvoorbeeld zou het verkrijgen van de Canadese nationaliteit er toe kunnen leiden dat je je oude nationaliteit verliest, zoals dat bij landen als Nederland en Duitsland het geval is. Veel andere landen staan een dubbele nationaliteit weer wel vanzelf toe, bij ons echter alleen in bepaalde gevallen.
Het is je goed recht in Canada te blijven wonen als ingezetene zonder de Canadese nationaliteit aan te vragen. In beginsel kun je dat zonder problemen de rest van je leven volhouden. Wel is het een beetje ingewikkelder bij de grens want je moet dan telkens "bewijzen" dat je Canada weer in mag. Als Canadees met een Canadees paspoort kun je die vraag niet krijgen, je mag immers altijd "je eigen" land weer in. Als buitenlander moet je dan een PRC aanvragen (Permanent Resident Card / Carte de résident permanent) waarmee je gemakkelijker kunt aantonen dat je in Canada woonachtig bent.
Wat wel blijft is de kwestie dat je maar een beperkte tijd uit Canada weggeweest mag zijn - anders verlies je je status als ingezetene. Momenteel geldt de regel dat je minimaal twee van de afgelopen vijf jaar in Canada moet hebben gewoond. Die regeling verandert echter af en toe. Voor inwoners met, bijvoorbeeld, een langdurig tewerkstelling in een ander land, kan dit al vrij snel tot problemen leiden.
Ook aan de zo gevreesde landsgrens met de VS verloopt de behandeling wat soepeler als je "gewoon" een Canadees paspoort kunt tonen. Als burger van een "ver vreemd land" heb je meer paperassen nodig en word je al snel aan een nader onderzoek onderworpen.
Behalve sentimentele redenen, zitten er dus weldegelijk ook praktische voordelen aan het Canadees staatsburgerschap - en dientengevolge ook aan het zo begeerde Canadese paspoort.
Van 9 september 2018
Het blijft even wennen in Canada dat sommige zaken federaal zijn geregeld en andere juist provinciaal. Praktisch maakt het soms niets uit en in andere gevallen juist wel. Vaak wijst de weg zich vanzelf.
Het begint al met de immigratie. Dat is, op zich, een federale aangelegenheid. En toch hebben de provincies wel een vinger in de pap. Ze kunnen, bijvoorbeeld, een immigrant voordragen voor preferente behandeling. Zo zit dat eigenlijk bij veel ministeries: er is een zekere verdubbeling van verantwoordelijkheden tussen de federale overheid en de provincies.
Heel duidelijk is het echter bij defensie.
Dat is uitsluitend een federale aangelegenheid en daar hebben de provincies absoluut niets over te zeggen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken is ook puur federaal. Dit geldt ook voor de douane, de posterijen, de volkstelling, de wet op de banken, inburgering, paspoorten, auteursrechten, Indianenrechten, patenten, douane, navigatie op zee en in de lucht en de munt, Veel wetten worden ook op federaal niveau verkondigd en dan door de provincies ten uitvoer gelegd.
Minder duidelijk ligt het bij de politie. Er is de federale politie (RCMP) en er zijn enkele provinciale politiemachten. Trouwens ook veel gemeentelijke. En wat te denken van de visserij? Dat is deels federaal en deels provinciaal geregeld, afhankelijk of het binnenwateren zijn of niet. Landbouw is ook deels federaal geregeld en deels per provincie.
Zorg en scholen zijn voornamelijk provinciaal geregeld. Infrastructuur, mijnbouw en juridische zaken ook. Maar voor wat betreft financiën (belastingheffing dus) doet iedereen vrijelijk mee. Er zijn federale belastingen maar ook provinciale, die vaak als een opslag op de federale worden afgerekend. Die opslagen zijn overal anders en dat kan ook gelden voor bepaalde aftrekposten. Klinkt allemaal erg ingewikkeld.
In de praktijk zijn de dingen snel duidelijk. Je rijbewijs haal je bij een provinciaal bureau, je Canadese paspoort bij federale dienst. En dan is er natuurlijk ook nog de plaatselijke gemeente. Daar mag je je parkeerboetes betalen.
Van 13 september 2018
(ingezonden) In Canada zijn heel veel voedselbanken. Duizenden mensen kloppen wekelijks of zelfs vaker aan, bijvoorbeeld om iets te eten te krijgen. Een grote schande in zo'n rijk land, vind ik. Dus wilde ik helpen.
Daartoe ben ik volunteer geworden bij de voedselbank. De organisatie drijft op vrijwilligers dus ik was honderd procent welkom. Langzaam maar zeker heb ik alle hoeken van het bedrijf wel zo'n beetje gezien. Ik kan er dan ook wel wat over zeggen. Ze komen aan geld door schenkingen en subsidies. Ook kunnen mensen (houdbare) etenswaar afgeven bij innamepunten.
Het opvallendst vind ik wel de enorme verspilling. In de gewone winkel, waar je dus voor je spulletjes moet betalen, wordt letterlijk alle groente en brood die niet honderd procent perfect is, weggedaan. Dat wordt dan naar de voedselbank gestuurd. Vaak duurt het een paar dagen voordat de groente en het brood dan worden "verwerkt" en het meeste gaat dan linea recta de ton in. Er staan elke dag vele volunteers het beschimmelde brood en de verlepte groente in de groenbak te doen.
In de uitgifteruimte, die er min of meer uitziet als een ouderwetse kruidenier, mogen de cliënten (want zo worden de gebruikers genoemd) inladen wat ze maar willen. Het is ten strengste verboden gedeukte blikken met eten uit te geven want dat zou niet goed zijn voor de gezondheid.
Als ik dan aangeef dat in een echte winkel mensen vaak gewoon moeten betalen, ook voor gedeukte blikken, schudt men het hoofd. Nee, nee, dat doen wij hier niet. Wat gebeurt er dan met die gedeukte blikken? Die gaan naar de vuilstort. Nou, da's pas echt verspilling.
De drie meestgevraagde producten in de "winkel" zijn babyvoeding, luiers en tampons. Is dat niet dubbel zo droevig?
Soms vraag ik me af of het wel echt helpt wat we doen. Op deze manier, vergoelijken we toch wat juist erg fout is? Maar wat moeten we anders? De straat op gaan met spandoeken?
(ingezonden) Canada is een groot land met veel "regeringen": federaal, provinciaal en gemeentelijk. Die moeten allemaal gekozen worden. Het lijkt mij dat er altijd wel ergens een verkiezing aan de gang is.
Elke "regering" wordt apart verkozen. De verkiezingsdagen hebben niets met elkaar te maken en worden niet op elkaar afgestemd. Gebruikelijk is het dan ook dat je haast elk jaar jaar ergens voor "mag" stemmen (federaal, provinciaal of plaatselijk) en als je het over heel Canada bekijkt, dan is het gewoon een doorlopend feest. Landelijk gezien, zijn er misschien wel 20 zogenaamd belangrijke verkiezingen elk jaar. Daar komen trouwens nogal wat referenda bij die het politieke landschap nog meer vervuilen. Ik vind dat allemaal bijzonder inefficiënt, zoals dit gaat.
Thans rommelt het in de provinciale verkiezingen van New Brunswick. Om er maar een te noemen. De Liberalen bestrijden de Conservatieven en beide partijen trekken toeterend en roepend rond en verkondigen de meest idiote beloftes. Als je voor ons stemt, dan worden die en die wegen gebouwd. De ander zegt: als je voor ons stemt, dan bouwen we drie extra ziekenhuizen. Men biedt tegen elkaar op met geld dat er niet is en de verzamelde menigte juicht. Geloven mensen deze onzin telkens weer? Ik niet, hoor.
Handenschuddend trekt men van huis tot huis. Het gaat er erg Amerikaans aan toe met vlaggetjes, dansende meisjes en andere niet-ter-zake-doende flauwekul. De valse beloftes worden telkens weer breed glimlachend aangereikt. Dankzij het ouderwetse districtenstelsel kiezen veel mensen voor de afgevaardigde die ze gewoon het sympathiekst vinden, niet dat dat ook maar iets te maken heeft met een politieke opvatting of met wat er ook werkelijk gaat gebeuren.
Maar Canadezen zijn heus niet zo dom. Velen doen er niet aan mee; grote aantallen mensen blijven thuis. Anderen stemmen wel (want dat hoort zo) maar weten bij voorbaat al dat het toch niks wordt. Het maakt bovendien niet uit. De partijen zijn allemaal min of meer hetzelfde, de beloftes overlappen elkaar ook.
Dat de politici iets heel anders zullen doen dan beloofd is bekend. Dit geheel vind ik een soort terugkerend circus waar niemand beter van wordt maar wat wel handen vol geld kost. Hoogste tijd hier eens de bezem door te duwen. Zou dit ooit beter worden?
Verdrongen door eerst de TV en later het Internet, zou je denken dat de radio niet meer meetelt in de moderne Canadese samenleving. Toch valt dat wel mee. Er is nog heel wat te beluisteren in de Canadese ether.
Sinds jaar en dag (1936 om precies te zijn) kent Canada de CBC (Canadian Broadcasting Corporation (Frans: Société Radio-Canada), een staatsbedrijf (publieke omroep). Het bedrijf probeert een politiek neutrale toon aan te slaan en lijkt daar vrij goed in te slagen. De meeste Canadezen waarderen de CBC en zien het bedrijf als een betrouwbare bron van nieuws en andere wetenswaardigheden.
Het meest beluisterd is Radio One. Het tweede station heet CBC Music (voorheen Radio Two) en er is nu ook Radio Three. Hier komt nog een groot aantal Internet-stations bij, waarvan sommige juist op het buitenland zijn gericht. Het geheel wordt gefinancierd uit de algemene middelen en de radio-uitzendingen zijn alle vrij van advertenties. Op de subsidies is enorm beknibbeld de laatste jaren met als gevolg dat het aantal medewerkers snel omlaag is gegaan.
Terwijl de CBC landelijk fungeert, zijn er ontzettend veel plaatselijke radiozenders die in beginsel commercieel zijn. De uitzending wordt regelmatig onderbroken voor advertenties. Veel stations spelen verder continu de bekende hits maar andere spelen juist golden oldies, jazz of andere specialiteiten. Er zijn bovendien ook stations die alleen maar nieuws brengen of die zich vooral op sport toeleggen. Het totaal aantal radiozenders is al jarenlang niet omlaag gegaan, ondanks de opmars van Internet- en satellietuitzendingen.
Op het werk, in de keuken en in de auto luisteren velen nog naar de "gewone" radio. Verder is de opmars van de vele Internetstations niet te stuiten. In veel auto's is het beluisteren van satellietuitzendingen vrij gewoon geworden. Al met al is de keuze overweldigend en nog steeds aanzienlijk groeiende.
Zomaar een Canadese CBC uitzending: https://www.cbc.ca/listen/live/radio1/ottawa
September 14, 2018
Emigreren is een hele stap. Dat gaat meestal goed, soms zelfs heel erg goed. Een enkele keer lukt het niet zo best. Wat zijn zoal de redenen die mensen aanhalen om terug te keren naar NL? Hier wat korte voorbeelden:
Meer dan vroeger komen immigranten naar Canada om hier een aantal jaar te wonen en werken. Wat een ervaring. Emigratie hoeft heus niet meer for ever te zijn. Nog altijd is Canada een geweldig land met mogelijkheden voor velen, voor de kortere of langere termijn.
(ingezonden) De auto voor mij reed flink weg maar de remlichten bleven gewoon branden. Hoe kan dat nu zomaar? Zou het een technisch mankement zijn? Denk het niet, want ik zie dit wel vaker.
Ook op de snelweg zie ik het regelmatig. Auto's met de remlichten (bijna) continu brandend. Die geven dus gas én remmen tegelijk. Wat een onzin ... waarom zouden ze dat nou zo doen? Zo slijten de remmen toch onnodig. Zo verstook je onnodig veel brandstof met al die extra wrijving. Zo lopen de remmen toch warm en dan werken ze niet al te best meer. En als ze dan écht zouden remmen, dan ziet het achteropkomende verkeer dat niet meteen want de remlichten waren al aan. Er zitten, voor zover ik kan zien, alleen maar nadelen aan. Dus ... waarom, oh waarom?
Kort moest ik nog denken aan die mistachterlichten die je in Europa wel ziet en die ook vaak misbruikt worden, bijvoorbeeld als er helemaal geen mist is. Maar die bestaan niet in Canada - dus dat is het ook niet. Wat dan?
Uiteindelijk is mijn kwartje gevallen toen ik met een collega meereed en met mijn eigen ogen kon zien wat hij verkeerd deed. Hij gebruikte zijn linkervoet voor het rempedaal en liet gewoon niet los. Maar dat mag toch helemaal niet? Met je linkervoet de rem bedienen? Zo hebben we dat niet geleerd! Maar het schijnt in Canada wel te mogen - en het wordt schromelijk misbruikt.
Het heeft te maken met een soort aangepast rijgedrag voor wagens met een automatische transmissie. Vrijwel iedereen in Canada rijdt met een automaat, de meesten kunnen niet eens anders. Het rijexamen wordt afgenomen in een automaat, huurauto's zijn altijd automaat. Veel automerken, ook bij de kleintjes, worden alleen met een automaat geleverd.
Ik weet niet of ik zo'n voorstander ben van al die automaten. Het leidt toch echt tot een andere, een soort absente manier van rijden. Kijk ook eens naar al die mensen (vooral veel ouderen) die "per ongeluk" het verkeerde pedaal indrukken en bijvoorbeeld pardoes een winkelpui inrammen. Dat zou bij een schakelauto ook niet kunnen. Die zou dan afslaan. Dus even heel eerlijk ... als je niet kunt rijden, waarom blijf je dan niet gewoon thuis?
(ingezonden) Wie wil er nou nog zo'n piepklein auto'tje hebben als je in Canada, voor niet echt heel veel geld, kunt rondrijden in zo'n gigantische pick-up truck met een ronkende 8-cilinder motor?
Die dingen zuipen benzine, dat wel, maar wat maakt het uit als die benzine net een Dollar per liter kost. Da's dus nog geen €0,70. Rijden maar! Je zit als een koning op de bok en alle gewone automobilistjes om je heen vervallen tot gepeupel in dinky-toys. Je kijkt overal overheen, je kunt meenemen wat je maar wilt en als je ooit in een botsing terecht komt, dan ben je veruit de zwaarste - dus kom je er als de grote winnaar uit.
In Canada zijn de parkeervakken over het algemeen veel groter dus kun je met je gigantische pick-up truck gewoon bijna overal terecht. Smalle binnenstadstraatjes zijn er toch al niet, de wegen zijn meestal breed en recht. Of ik me zorgen maak om het milieu of de verspilling van grondstoffen? Nee, natuurlijk niet - dat is een probleem voor de volgende generatie.
Wel zijn het natuurlijk erg logge beesten, De wegligging is niet best. Ze hobbelen een beetje en dat verschil is echt gigantisch tussen volle bak of niet. Tevens heb ik het idee dat de remmen niet best zijn, het voelt allemaal wat sponzig aan. Ook als er ijs ligt - komt hier nogal eens voor - dan is het oppassen. Wat dan wel weer helpt is de vierwielaandrijving. Het is dus echt een terreinwagen. Laatst hielp ik de buurman een flinke boomstomp uit de grond te trekken. Ketting erom, gas geven en PLOP - de stomp had geen kans. Da's toch fantastisch.
Op bezoek in Europa zag ik er laatst ook een rijden, zo'n Amerikaanse pick-up truck. En wat lag er in de achterbak? Heus waar, een LPG-tank. Best wel een beetje logisch natuurlijk, anders zou het beest daar een te grote zuipschuit zijn.
Zoals bekend is Canada altijd al een immigratieland geweest. De immigranten zijn uit alle windhoeken gekomen maar er zijn weldegelijk bepaalde trends aan te wijzen.
Zo kwamen de eerste emigranten vooral uit Engeland en Frankrijk en pas later uit de rest van Europa, China en Afrika, vaak ook via de Verenigde Staten. Met de politieke en sociale stromingen van de 20e eeuw kwamen er telkens andere groepen naar Canada. Er waren hele golven met Italianen, Portugezen, Libanezen, Scandinaviërs maar dus ook bijvoorbeeld Nederlanders en Duitsers.
Er kwam een enorme toevloed aan Hong-Kong Chinezen en later ook vasteland-Chinezen naar Canada, vaak met enorm veel kapitaal. Ook is Canada zich actief gaan inzetten voor vluchtelingen: Tsjechen, Syriërs, Afrikanen en andere verdrukten uit Centraal Amerika en Azië. Intussen is de toevloed van West-Europeanen toch wel een stuk minder geworden. Immigreren is ook best moeilijk geworden, je komt er niet zo gemakkelijk meer in.
Dat was ooit wel anders. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog zijn er Tienduizenden Nederlanders naar Canada gekomen. Daar zaten heel veel boerenfamilies tussen die zich vaak in Zuid-West Ontario vestigden. Nu, een of twee generaties later zie je dat nog steeds aan de vele Nederlandse familienamen daar. Langzaam zijn Nederlanders ook meer naar West-Canada gaan trekken, waarbij vooral de stad Vancouver erg in trek was en is.
Letterlijk uit de troonrede van 19 september 1950: "De sterke bevolkingsgroei en de beperktheid van de beschikbare grond blijven krachtige bevordering der emigratie eisen".
Opening staten-generaal: https://www.youtube.com/watch?v=_bDIVNNIpbs
Nog steeds emigreren er Nederlanders maar de beweegredenen zijn anders geworden. Armoede speelt daarbij geen rol meer. Hoe het hen nu vergaat in Canada, daarover een andere keer meer.
Bonnetjes plakken en andere methoden om klanten aan een bepaalde winkel te binden zijn zo oud als het maar zijn kan. Met klantenkaarten en bonuspunten is dit systeem in Canada een beetje uit de hand aan het lopen.
Bij vrijwel elke winkel is het prijs. Je wordt gevraagd naar je klantenkaart en anders of je bonuspunten spaart. Het is haast zo dat je een beetje raar wordt aangekeken als je aan dit gedoe (want dat is het eigenlijk gewoon) niet meedoet. Want wie wil er nou geen voordeeltje krijgen? Een standaardvraag is dan ook, als je er nog geen hebt, of je niet alsnog een klantenkaart wilt aannemen of bonuspunten wilt gaan sparen.
Die klantenkaarten zijn er, uiteraard, ten voordele van de winkelier. Het is al uitgebreid bewezen dat het hebben van een klantenkaart behoorlijk veel invloed heeft op de keuze waar men zal winkelen. Voor de winkelier verdient de klantenkaart zichzelf dan ook in een wip terug. De klant krijgt af en toe wat korting aangeboden om het geheel interessanter te doen lijken.
Met bonuspunten is het nog veel ingewikkelder. Sommige bedrijven hanteren een eigen bonuspuntensysteem, andere voegen zich bij bestaande klantenaanbiedingen, zoals Air Miles. Je verzamelt dan punten bij een aantal winkels en je kunt die punten uiteindelijk dan ook bij een ieder besteden.
Het systeem heeft flink om zich heengegrepen. Bij veel banken krijg je ook punten als je bepaalde diensten afneemt. Bij luchtvaartmaatschappijen, verhuisbedrijven, bij sommige autodealers, bij makelaars, aan de pomp, bij on-line winkelen, het houdt niet op.
Wat is het resultaat? Je loopt rond met een extra grote, dikke, welgevulde portefeuille met allemaal klantenkaarten en bonuspuntkaarten erin. Zou je er niet aan mee doen, dan betaal je (iets) te veel. En dat vinden velen moeilijk te verteren. Dus doet (bijna) iedereen mee met de gekte. Lang leve de klanten- en bonuspuntkaarten.
(ingezonden) Laatst had je hier een artikel van iemand die de mentaliteit van de mensen leuk omschreef. Die is hier inderdaad anders, daar ben ik het helemaal mee eens. Maar daarover is misschien nog veel meer te zeggen.
Wat mij bijvoorbeeld zo opvalt dat de meeste Canadezen ontzettend onverschillig zijn over dingen waar ze weinig mee te maken hebben. Het heeft misschien iets nonchalants en gemakkelijks om alles maar weg te wuiven. Soms lijkt het erop alsof veel Canadezen, afgezien van de beslommeringen van alledag, eigenlijk nergens in geïnteresseerd zijn of er althans onthutst door kunnen raken
De uitspraak die ik al vele keren heb gehoord is "It doesn't bother me because it doesn't involve me". Dus ... dingen kunnen je alleen maar storen als ze op jou betrekking hebben? Met die gedachtengang kom ik helemaal niet mee. Moet armoede en onrecht "elders" ons niet storen? Als iets echt fout is, zelfs al hebben we er niks direct mee te maken, doen we dan collectief onze ogen dicht?
Zo ook laatst, er waren gigantische bosbranden. De mensen lijken er hun schouders over op te halen. Tja, je kunt er toch niks aan doen. Wel vervelend natuurlijk, al die rook in de lucht die wij moeten inademen. Maar dat er mensen hun huizen en bezittingen ergens ver weg verliezen, dat is niet interessant. Dat brandweerlui tot het uiterste afgemat zijn, dat is niet ons probleem. Maar wacht even tot dadelijk "de rekening" wordt gepresenteerd, bijvoorbeeld in de vorm van een belastingheffing om voor die dure brandbestrijding te betalen. Dan piepen ze wel.
En zo zijn er heel veel voorbeelden. De oorlog in Afghanistan, de president van de VS, vluchtelingen in de Middellandse Zee, misstanden elders in het land, de meesten vinden het maar erg oninteressant. Begrijpelijk misschien allemaal wel, als je bedenkt dat het al een hele klus is om voldoende geld te verdienen voor jezelf. Beter dan maar om de ver-weg-show af te zetten en je op money, money, money" te concentreren?
De volkshuisvesting in Canada is, in beginsel, zo geregeld dat de markt voor zichzelf zorgt. Als er bepaalde behoeftes zijn, dan past de markt zich daar wel bij aan, zo heeft men altijd geredeneerd.
Dat is misschien wel zo, maar er zijn toch altijd groepen die echt buiten de boot vallen, te denken valt aan armen, zieken, ouderen, gehandicapten en nog wat andere minderheden. Het is niet altijd duidelijk waar die mensen terecht kunnen om een dak boven hun hoofd te hebben. Er zijn vrij veel daklozen in Canada en er zijn ook veel mensen die ergens inwonen of anderszins een heel erg tijdelijk onderkomen hebben.
De sociale woningbouw (gesubsidieerd) is heel klein maar bestaat wel. In het hele land zijn er minimale voorzieningen voor mensen die het financieel erg moeilijk hebben en eigenlijk geen kans maken op de open huurmarkt. Deze kwestie wordt veelal gemeentelijk geregeld waarbij de provincies en de federale overheid hier en daar bijspringen met een soort subsidiebeleid. Het is een lappendeken. In sommige steden is het vrij goed geregeld, in andere is het een grote chaos.
Een buurt met sociale huurwoningen ziet er in Canada soms niet best uitziet. Het gaat dan vaak om wat oudere gebouwen die behoorlijk afgetrapt zijn. Typerend is dan dat er vaak juist wel één of twee dingen net zijn vernieuwd. Bijvoorbeeld allemaal nieuwe voordeuren of brievenbusjes. Maar dat tegelijkertijd het gewapend glas in de hoofdingangsdeur is ingeslagen en weer dichtgetimmerd. Het parkeerterrein zit vol met gaten en er staan overal oude auto's, vaak in onderdelen. Het groen wordt niet echt onderhouden. Er heerst een zekere getto-vorming.
Maar het kan ook anders, het ligt er maar net aan waar je zit in dit grote land. Er zijn plaatsjes waar wat oudere rij- of zelfs vrijstaande huisjes worden aangeboden als sociale huurwoning. Dan kan men wat tuinieren en vol aan het leven meedoen. De huur wordt berekend als percentage van je inkomen. Zelfs als je inkomen dan gering is, kun je toch behoorlijk wonen. En zo zijn er in Canada vaak leuke oplossingen voor, op zich, netelige problemen.
Hoe is het Nederlanders in Canada vergaan en is het echt zo'n success story als je zou denken? Het antwoord is vrij duidelijk: ja, in de meeste situaties is het inderdaad wel een succes geworden - maar niet altijd.
Niet alleen zijn er ooit heel veel Nederlanders naar Canada verhuisd, de meesten zijn gebleven. Op zich is dat geen aanduiding van succes want er waren aanvankelijk doodleuk niet eens de middelen om terug te gaan, zelfs als men dat zou willen. De vertrekpremie die de Nederlandse overheid decennia-lang aan emigranten gaf, moest zelfs worden terugbetaald, indien men binnen twee jaar weer terugkwam. De "hoop" was dat men zich binnen die tijd wel gevestigd zou hebben.
Er zijn op zich veel succes stories van Nederlanders die goed geslaagd zijn in Canada. Een prima voorbeeld is Voortman Cookies, een gigantische koekjesfabriek ooit begonnen door Harry en Willem Voortman. Ze zijn zo groot geworden dat ze zelfs Canadese koekjes in Europa verkopen. Een ander grappig voorbeeld is Willem van der Zalm (Bill Vander Zalm zeggen ze hier) die het ver heeft geschopt in de Canadese politiek. Hij combineerde het zakenleven handig met politiek leiderschap. Gedurende vijf jaar was hij zelfs premier van Brits Columbia.
Over het algemeen assimileren Nederlanders uitstekend in de Canadese samenleving. De taal was zestig jaar geleden nog wel een flink struikelblok omdat men weinig Engels of Frans had geleerd. Dertig jaar geleden was dat al gemakkelijker. En nu spreken Nederlanders vaak zelfs beter Engels dan de gemiddelde Canadees, bij wijze van spreken.
Er zijn weinig Nederlandse verenigingen, dit in tegenstelling tot veel andere nationaliteiten die dat wel hebben. Alleen dat feit geeft al aan dat Nederlanders makkelijk met de stroom mee zijn gegaan en zich hebben willen aanpassen. Voor de meesten is dat ook goed gelukt.
Een volgende keer kijken we misschien eens naar wat verhalen van mensen die na enkele jaren toch weer teruggegaan zijn naar Europa ... of zelfs weer naar een andere bestemming. Want iedereen heeft zijn eigen smaak.
De beroemde Trans Canada Highway (Route Transcanadienne) werd afgebouwd in 1962 en loopt van de ene kust van Canada naar de andere. Alle 10 provincies zijn verbonden door deze weg.
In feite is de Trans Canada Highway meer dan één weg. Bepaalde stukken lopen parallel en er zijn enkele tangenten die ook zo genoemd worden. Wie goed naar de kaart kijkt, kan vaststellen dat deze weg hier en daar over water loopt. Inderdaad zijn er zowel op de westkust als de oostkust hele stukken die per ferry worden afgelegd. Daartoe wordt zelfs subsidie afgegeven aan de rederijen.
Ofschoon de Trans Canada Highway onderdeel is van het Nationaal Snelweg Systeem (National Highway System), worden alle wegvakken per provincie onderhouden. Dat is alleen al aan de nummering van deze weg te merken. De hoofdgedeelten hebben het nummer "1" in zowel de Westelijke Provincies als in Newfoundland, wat logisch lijkt. Een stuk door Ontario heet echter "Nummer 17" en in Quebec "Route 20". In New Brunswick: "Nummer 2". Nova Scotia maakt het helemaal bont: "Hwy 104". Zelfs met zoiets eenvoudigs merk je echt weer het touwtrekkerij tussen de provincies en de federale overheid. Waarom kon men het hierover niet gewoon eens worden?
Wat alle wegen die in het Trans Canada Highway systeem passen wel gemeen hebben is dat de aanduidingsbordjes groen zijn, het ahornblad tonen (de maple leaf) en daarin het wegnummer.
Over zijn gehele lengte zijn er enorme verschillen in de uitbouw van de Trans Canada Highway. In de omgeving van de steden zie je gigantische zesstrooks snelwegen maar op afgelegen plakken is het slechts een echte provinciale weg. De weg, die ontegenzeglijk de levensader van Canada is, wordt heel veel gebruikt door vrachtwagens met vaak zelfs dubbele aanhangers. Opvallend veel kampeerwagens maken ook gebruik van deze weg. De meeste zijn gehuurd en vele daarvan door Europese toeristen die dit graag eens willen meemaken.
Wat je als Europees dan opmerkelijk zult vinden is het feit dat fietsers en zelfs voetgangers ook gebruik mogen maken van grote delen van deze route. Het kan je zelfs overkomen, en dat dan in bepaalde erg religieuze gedeeltes van het land, dat je een paard-en-wagen mag inhalen met berijders in klederdracht.
Prince Edward Island (PEI) is Canada's kleinste provincie met slechts 146.000 inwoners. Evenals andere provincies hadden ze hier een immigratieaanbod voor zakenlui (nominee entrepreneur). Dit is goed foutgegaan.
De provincie PEI heeft in zoverre "een bok geschoten" doordat veel van de genomineerde zakenlui wel werden toegelaten maar zich doodleuk elders in Canada hebben gevestigd. De immigranten hebben, op zich, niets fout gedaan. De provincie is echter teruggefloten door de federale regering omdat er hier iets niet klopte. De meeste van deze immigranten hebben helemaal geen bedrijf opgezet in PEI, zoals juist de bedoeling was. Veel van deze immigranten gaven ook hetzelfde vestigingsadres op: een klein motelletje van een landgenoot.
Een paar dagen geleden is de hele kwestie uitgekomen. De federale regering neemt nu geen "aanbevelingen voor immigratie" meer over van PEI. Dat is het einde van deze grijze route.
Maar hoe werkte dat dan? De immigranten moesten een waarborgsom van $150,000 storten aan de provincie PEI. Binnen twee jaar na immigratie moesten ze dan een bedrijf zijn begonnen om de waarborgsom terug te krijgen. De meesten hebben dat niet gedaan en daarmee is de waarborgsom vervallen aan de provincie PEI. Die heeft daarmee dan al een totaal van ongeveer $80 Miljoen opgestreken. Het bedrag loopt nog op. Slim, hoor. Dat is een behoorlijke som voor zo'n kleine provincie.
Kijken we nu ook even naar die immigranten, die kennelijk redelijk bemiddeld waren. In feite hebben ze zich ingekocht in Canada voor $150,000. En daar gaat het nu even om - want dat is volledig onnodig.
Met de assistentie van een degelijke immigratiedeskundige kan men voor een fractie van dat bedrag legaal toegang krijgen tot Canada. Niet alleen spaart dat bakken met geld maar er hangt dan ook nooit dat ranzige luchtje van de halve-legaliteit aan vast. Beter is het om maar op zeker te gaan.
(ingezonden) Voor zegge en schrijven $800 ben ik op en neer gevlogen van Vancouver naar Nederland. Wat een koopje. Alles ging vlot, ik mocht bagage meenemen en ik kreeg er zelfs maaltijden bij.
Maar nu dit. Voor $600 vloog ik binnen Canada op en neer naar Winnipeg. Een afstand van dik 2000 Km. Voor bagage moest ik extra betalen en maaltijden werden onderweg niet verstrekt. Wat een verschil. Het één lijkt me haast te goedkoop (niet dat ik daarover wil klagen) en het ander lijkt behoorlijk prijzig. Beide tarieven waren de goedkoopste die ik kon vinden na uitgebreid zoeken.
Wat klopt er hier niet? Ik vermoed dat de Canadese maatschappijen gewoon minimumprijzen hebben afgesproken. Concurrentie is er niet echt. De prijzen en vliegschema's ontlopen elkaar niet veel. Ook de extra bagagetarieven en de dienstverlening aan boord lijken ze gewoon van elkaar te hebben afgekeken.
Ik ken mensen die, om zo goedkoop mogelijk te reizen, even de grens oversteken en dan een binnenlandse vlucht nemen die ook weer vlak bij de grens landt. Zo sparen ze nog geld ook al is het natuurlijk wel een geduvel en moet je twee keer de zwaar bewapende grens over - bepaald geen lolletje. Eerder zou het misschien de hoogste tijd worden dat het Canadese oligopolie der vliegmaatschappijen wordt doorbroken.
Dat kan in Europa, waar je voor een paar tientjes het continent kunt doorkruisen en dat kan in de Verenigde Staten. Waarom zou dat niet in Canada kunnen? Ze komen dan met hele verhalen dat Canada zo dunbevolkt is. Wat een onzin. De meeste vluchten gaan toch echt tussen de grotere steden.
Wat ik nog wel het zotst vind, is dat er geen omzetbelasting wordt geheven op vluchten naar Europa. Maar wel de volle mep op vluchten binnen Canada. Zou dat eigenlijk en heel eerlijk gezegd niet juist andersom moeten wezen?
Er zijn enkele steden in Canada waar de "Canadezen" echt in de minderheid lijken te zijn. Daar wonen vooral mensen die elders zijn geboren en die ook nog eens tot de zichtbare minderheidsgroepen behoren.
De term "zichtbare minderheid" is - op zich - duidelijk maar het is wel een echt Canadese uitdrukking. Zeg visible minority in Canada, en daarmee bedoel je dan gewoon mensen waaraan je kunt zien dat ze geen "standaard" Europees uiterlijk hebben. Over het algemeen bedoelt men dus vooral mensen uit Azië en Afrika. De steden waarover we het hier hebben (Richmond, BC en Markham, Ontario), worden voornamelijk bewoond door mensen van Aziatische afkomst. Daarbij maakt men dan weer onderscheid tussen een afkomst uit China of India.
Op straat valt dit inderdaad meteen op, niet alleen door naar de mensen te kijken. Ook opschriften en uithangborden zijn vaak tweetalig en soms zelfs ééntalig (Chinees). Dat mag ook gewoon, ofschoon de plaatselijke politici hier ooit tegen in opstand kwamen, zonder succes. (Een uitzondering is de provincie Quebec waar letterlijk alle teksten ook Frans moeten tonen.)
Vooral de wat oudere, traditionelere Canadezen hebben het er soms moeilijk mee. Ze vertonen een typisch "das gehört uns" gezichtspunt (en dus niet "die" immigranten), maar dit komt dan van voornamelijk mensen die bijvoorbeeld ook homofilie maar raar vinden en de doodstraf geweldig.
Intussen is het eigenlijk best interessant om in die plaatsen eens te gaan kijken. In de winkels weet je niet wat je ziet, de helft van de producten herken je zo al niet. Deze enclaves voegen een extra dimensie toe aan het land. Gelukkig zien de meesten dat ook wel zo.
Ietwat jammer (maar wel begrijpelijk) is dat velen in deze "minderheids" steden uitsluitend zaken doen met mensen van dezelfde achtergrond. Bij veel banken, advocatenkantoren, autodealers, meubelzaken, enzovoort, werken uitsluitend mensen uit diezelfde groep. Het kan nog wel een generatie of zo duren voordat die afscheiding zich zal oplossen.
De meeste Canadezen zijn er niet alleen van overtuigd dat Canada het beste land ter wereld is, maar ook dat iedereen uit andere landen niets liever wil dan zo snel mogelijk naar Canada verhuizen.
Grappig is het dan als je in de Verenigde Staten komt en je hoort precies hetzelfde. Natuurlijk is ook DIT land het beste ter wereld en iedereen uit alle andere landen wil eigenlijk daar naar toe komen. Zou het soms zijn dat deze gedachte in heel veel landen te horen is omdat veel mensen hun eigen land toch wel bijzonder aantrekkelijk vinden? Omdat men trots is op zijn eigen land? En omdat een zekere vorm van chauvinisme ons allen niet vreemd is?
Nou, kijk dan eens in Italië. Da's natuurlijk ook een prachtig land - en inderdaad menen veel Italianen dat hun land een toevluchtsoord is voor velen. Alleen al die bootvluchtelingen! En dat het dus wel heel erg aantrekkelijk moet zijn. Luister eens hoe de Duitsers mopperen over al die vluchteling-immigranten - dat wil ook al wat zeggen. Ook uit Australië komen luide klanken dat de immigratie ingedamd moet worden want iedereen wil maar naar hun begeerde land komen. En kijk eens in Engeland, daar wordt ook luid en duidelijk geklaagd over de nieuwkomers en hoe ze het land aan het inpikken zijn. Eerlijk gezegd, je kunt dat soort klanken ook in Nederland horen.
De conclusie zou mogen zijn dan NIET IEDEREEN massaal naar één land wil - maar er zijn weldegelijk stromingen van mensen over de hele wereld. Die stromingen zijn wellicht intenser geworden nu er zoveel Miljarden mensen op aarde zijn, die allemaal om een bevoorrecht plekje aan het knokken zijn.
Die stromingen zijn er trouwens altijd wel geweest, in zekere mate. Ook in Canada zijn er al eeuwen lang golven geweest van migranten. Die golven hebben alle bijgedragen aan de vorming van de Canadese samenleving, zoals die nu is.
Nog steeds heeft Canada behoefte aan immigranten maar men gaat met de toelating wat selectiever te werk dan vijftig jaar geleden. Het hele procedé is nu geregeld en gereguleerd - een heel ambtenarenapparaat ziet er op toe dat alleen de meest geschikten in Canada worden toegelaten. Wellicht is het dus een goed idee gepaste hulp in te roepen voor de meest effectieve immigratie-begeleiding.
(ingezonden) Ze weten het altijd meteen, die Canadezen, dat je hier "import" bent - kunnen ze, zoals bekend, gewoon horen en zien. Hee, zeggen ze dan vaak, jij komt uit het land van Hans Brinker. Maar wie is dat eigenlijk?
Bijna elke Canadees kent Hans Brinker. Het is een figuur uit een Amerikaans boek, in de 19e eeuw geschreven over een Hollands jongetje dat het hele land redde van de watersnood door zijn vinger in de dijk te houden. Het boek is geschreven door een auteur die, naar verluidt, nog nooit in Nederland was geweest maar er kennelijk wel een fascinatie mee had. Grappig eigenlijk dat heel Amerika Hansje kent en Canada dus ook - maar wij niet.
Ik heb snel verder gezocht. Inderdaad is er in Amsterdam een Hans Brinker hotel - voor de toeristen. In Madurodam is er een afbeelding van het verhaal in miniatuur - ook leuk voor de toeristen. En verder zijn er verschillende Amerikaanse films over het verhaal gemaakt die de bekendheid van het verhaal natuurlijk ook hebben helpen verspreiden. In Nederland heb ik geen Hans Brinker Straat of Plein kunnen vinden, maar wel in de Verenigde Staten.
Zo is er een Hans Brinker Street in Colorado en een in Florida. Er is een Hans Brinker Court in Illinois en zelfs een Hans Brinker Lane in Colorado. De naam duikt telkens weer op en heeft het ook tot in Canada ver geschopt - als een bestanddeel van de Nederlandse folklore, waar we zelf niet veel van weten. Grappig.
Overigens is het beeld dat Canadezen hebben van Nederlanders toch al vrij gedateerd. Wij lopen op klompen met klederdracht en overal staan windmolens. We eten vooral Koeda (hun uitspraak van Goudse kaas). We komen er nog genadig af.
Naarder is het beeld dat Canadezen van Duitsers lijken te hebben. Die lopen, zo zeggen ze, nog steeds in uniform met opgerichte gestrekte rechterarm tegen een ieder te schreeuwen. Over stereotype ideeën kun je soms lachen, soms juist niet.
Een beetje minachtend kun je Canadezen soms horen praten over een zogenaamd cookie-cutter house. Men bedoelt daarmee een huis dat gemaakt is alsof het uit een koekjesvorm kwam: allemaal hetzelfde en in de rij.
In Europa ben je dat wel gewend. Al heel lang bouwt men wijken met allemaal dezelfde huizen. Dat is efficiënt, het gaat vrij snel en het houdt de bouwkwaliteit min of meer stabiel. In Canada is dit gebruik pas later ontdekt. De wat oudere huizen zijn allemaal verschillend. In nieuwere wijken kun je echter wel een reeks met identieke panden aantreffen. Die worden dan dusdanig gepland dat ze ook nog eens netjes in de rij staan. Niks bijzonders voor ons maar iets waar de Canadezen eerst echt van opkeken.
Opvallend is dat men deze huizen dan toch vrijstaand probeert te houden - want tja, zo is men het nu eenmaal gewend. Soms kun je de buurman de hand reiken door beiden uit het keukenraam te hangen. Bouwtechnisch zijn die "vrijstaande" huizen dan toch soms aan elkaar verbonden met een doorlopende fundering - dat spaart dan weer wat bouwkosten.
Het idee om in een rijhuis te wonen is vrij recent. In de grotere steden is het er toch van gekomen. Het is, op zich, een uitdaging om de houtskeletbouw veilig brandwerend en geluiddicht te maken. Er zijn wel weer oplossingen voor, zoals het plaatsen van een tussenmuur van beton, of tenminste met cellenbetonblokken. Ook in Canada is het, vooral in de grootste steden, inmiddels soms dringen op de vierkante meter geworden. De grondstukken worden kleiner, de huizen komen tegen elkaar of ... men moet de hoogte in.
In de optiek van veel Canadezen zijn cookie-cutter houses nog een beetje minderwaardig. Zo wil je toch niet wonen - immers je bent een uniek persoon en dat dien je te laten blijken in hoe je huis er uit ziet. Het is dus best mogelijk dat je vrij voordelig zo'n soort huis kunt kopen. En laten we eerlijk zijn ... wat doet het er verder toe als je huis er net zo uitziet als dat van de buren? Daar kijken wij dan juist weer van op: hee, een koopje!
Dit is een SSL (Secure Sockets Layer) website, herkenbaar aan https in het adres. Als je informatie invult en verzendt, is deze extra versleuteld en beveiligd. Copyright © 1999-2023 menno.ca - All Rights Reserved. Menno.ca is a division of Husman & Johannson Inc. -- The original language for this site is Dutch. Any "automatic translations" offered by (for instance) Google are only approximations and may, in fact, be wrong. When in doubt, please contact us or retain a certified translator.
Dit is een Canadese website met enkele "cookies".